De grenzen van de marktwerking (2010)

Er is de laatste tijd weer veel aandacht over wat je wel en niet in een land aan de markt kunt overlaten. De discussie woedt onderhuids al zo lang we kranten lezen en ongetwijfeld daarvoor ook maar is met de financiële crisis en de verkiezingen in aantocht en het fors oplopende begrotingstekort weer aan de oppervlakte gekomen.

Kun je de markt vertrouwen? Dit  speelt bijvoorbeeld voor de energiesector, het onderwijs, de zorg, maar ook voor de cultuursector. Om maar eens een paar,actuele,  voorbeelden te noemen. Het debat erover heeft een economische strekking maar zeker ook een ideologische, politieke lading.

Ik denk dat marktwerking om principiële redenen niet altijd tot het beste resultaat laat ongeacht wat uw politieke positie is. De markt weet namelijk niet alles. Hieronder leg ik uit waarom.

Een markt is een informatieverwerkend systeem om vraag en aanbod op de markt bij elkaar te brengen. Er zijn in principe twee coördinatieprincipes om dit te doen en uiteraard mengvormen daarvan. De één is prijsvorming: de bekende wet van vraag en aanbod. De andere vorm is wachten: als de prijs om welke reden dan ook vraag en aanbod niet bij elkaar brengt of mag brengen krijg je rijen. Rijen voor het loket bij een populair concert, voorraden onverkochte huizen en de files op de autowegen zijn bekende voorbeelden. Als u een rij wachtende klanten voor uw winkel hebt staan bent u op dat moment dus in principe te goedkoop, een inzicht dat u vast uit eigen ervaring kent van  ijsjesverkopers op een mooie drukke stranddag.

De markt die vraag en aanbod bij elkaar brengt werkt alleen goed als alle informatie over de vraag en over het aanbod ter beschikking zijn. En precies daar zit hem de kneep. In de praktijk is dat niet zo. Dat heeft niets te maken met het gegeven of de mens “rationeel handelt en beslist” zoals de econoom zo mooi formuleert. Neen, het is veel banaler. Heel veel zaken die voor u en ons waarde hebben leiden niet tot een concrete vraag-informatie op de markt,  Ze zitten niet in het ‘systeem’ en wegen dus niet mee bij de prijsvorming en waardebepaling.

Ik  geef een paar voorbeelden. Ik woon in Rotterdam. In Rotterdam rijden trams en bussen. Er is een goed openbaar vervoer. Dat heeft voor mij als bewoner waarde hoewel ik er zelden gebruik van maak. (Ik fiets liever). Het heeft bijvoorbeeld waarde omdat de prijs van mzijn huis er hoger van wordt. Of het heeft waarde louter omdat het openbaar vervoer beschikbaar is “voor het geval dat”. (By the way, In Londen liggen de prijzen van huizen in de buurt van metrostations significant hoger).

Het zelfde geldt voor ziekenhuizen en voor bijvoorbeeld het culturele aanbod. Het ziekenhuis heeft waarde voor u ook al ligt u of een geliefde er niet in. Die informatie over de waarde aan we aan die beschikbaarheid toekennen zit alleen in ons hoofd. De econoom noemt dit “notional demand” oftewel latente of optionele vraag.

Sterker, bij alle dienstverlening waarbij zowel beschikbaarheid als gebruik als waardedragers relevant zijn heeft de markt sec de neiging de waarde te onderschatten. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een buslijn gesloten wordt doordat er (te) weinig passagiers zijn. Vanuit het marktdenken rationeel maar voorbij wordt gegaan aan de waarde van de beschikbaarheid voor hen voor wie de bus een optie zou kunnen zijn. De beslissing wordt dan genomen op basis van slechts het feitelijk gebruik van de bus. De waarde die omwonenden toekennen aan de “beschikbaarheid” blijft buiten beeld. Bij buurtwinkels het zelfde verschijnsel. U kwam er nooit en toch vindt u het jammer dat hij sluit. Het was toch wel handig zo’n winkel in de buurt. Herkent u het?

Voor de cultuursector het zelfde verhaal. Cultureel aanbod blijkt uit  een veelheid van studies niet alleen een economische motor te zijn voor de regio en ook hogere inkomens aan te trekken (voor Rotterdam een relevant gegeven), cultuur is ook een infrastructuur Ook de beschikbaarheid is relevant vergelijkbaar met hiervoor over ziekenhuizen werd gezegd. Het idee dat er een Doelen en Luxor is in Rotterdam heeft voor velen waarde, los van de vraag of ze ook feitelijk bezoeker zijn.

Dit aanbod afbreken in de korte termijn bezuinigingsdrift die de zich aftekenende regering met zich brengt moet dan ook gezien worden als pure kapitaalvernietiging met ernstige lange termijn repercussies die op basis van economische kosten baten overwegingen niet kan worden onderbouwd. Afbreken, en dit notabene omdat een paar bankiers even niet goed hebben opgelet of een beetje goed voor zichzelf hebben gezorgd, zal overigens sneller gaan dan opbouwen.

We mogen hopen dat de politici zich dit zullen realiseren en hier niet voor een tweede Europese Alleingang op dit punt zullen kiezen. Dommigheid is er al genoeg in de wereld.

Overal waar het gaat om de waarde van maatschappelijke infrastructuren, onderwijs, gezondheidszorg, cultuur, energie, openbaar vervoer,  heeft de markt de neiging de  waarde ervan te onderschatten omdat de waarde van de beschikbaarheid vaak niet als informatie door die markt wordt meegenomen. Waar beschikbaarheid en feitelijk gebruik beide relevante waardedragers zijn heeft de marktwerking zijn grenzen. Om de formulering van Marc Chavannes[1] te gebruiken: marktwerking is niet altijd en niet zonder meer de wijze hand. Het blijft opletten! Alles wat niet failliet mag gaan, hoort in feite niet op de markt.”

Nederland zit momenteel in een aantal internationale vergelijkingen op de glijbaan naar beneden. Onze internationale onderwijsranking is er een voorbeeld van. Ik mag toch hopen dat onze regering niet  nog verder in de greep komt van de korte termijn klikjes en kijkcijfer cultuur.

En als gezegd: de weg terug duurt altijd veel langer. De boom kappen gaat sneller dan het zaadje vrucht laten dragen.

————————————

Duitse versie:

Markt ohne Grenzen , oder….?, ein Kommentar, Kulturmanagement, nr 83, Oktober 2013, Seite 20-22, www.kulturmanagment.net


[1]Marc Chavannes in NRC van 17 december 2009

2 Comments

  1. Maaike Stam September 6, 2013 12:14 pm  Reply

    Dus ‘beschikbaarheid’ moet ook aan marktpartijen worden vergoed? Net zoals het zogenaamde ‘vastrecht’ dat we betalen bij gas & elektra?

    • Frans van der Reep September 6, 2013 7:53 pm  Reply

      Hi Maaike,
      Idd maaike. net zoals je de kinderoppas betaalt voor beschikbaarheid.
      Bij kinderoppassen is de waarde nog wel te bepalen. Bij culturele infrastructuur is dat een stuk ingewikkekder en wordt er bovendien verschillend over gedacht door Jan en man.
      Gr!
      Frans

Leave a Reply to Frans van der Reep Cancel reply