I like you to like me

I like you to like me!

Wat gebeurt er als werkelijke kennis van zaken en wijsheid het afleggen tegen reputatiedwang?

Column | door Frans van der Reep & Maria van Boekelen in Scienceguide
https://www.scienceguide.nl/2018/02/i-like-you-to-like-me/
13 februari 2018 | Leidt de huidige reputatie-gedreven autoriteitsallocatie, de manier waarop we macht en invloed aan iets of iemand toekennen, tot stappen die de wereld positief zullen veranderen? Of houdt deze wetmatigheid ons juist weg van kennis en inzicht?
‘Onbekend maakt onbemind’ en ‘wie niet gezien is, is weg’. Het zijn bekende tegeltjeswijsheden, die in deze tijd van digitale transformatie een nieuwe betekenis krijgen. Wie of wat zorgt ervoor dat je gezien wordt, mensen je actief ‘volgen’, dat je invloed hebt? En wat gebeurt er als je niet gezien wordt? Wacht dan het precariaat Het precariaat is een neologisme en is een samenvoeging van de woorden precair en proletariaat. Het verwijst naar de onzekerheid op sociaal, economisch, cultureel en politiek vlak. ?

De sterkste schakel

Niet de inhoud maar het podium bepaalt de relevantie. ‘The medium is the message’ zei McLuhan en hij blijkt steeds meer gelijk te krijgen. Zonder podium blijven experts pijnlijk onzichtbaar. Ze worden voorbijgelopen door de nieuwe evangelisten, die weliswaar niet zoveel kennis in huis hebben maar die wel een talent hebben om zichzelf te positioneren als expert in de digitale wereld. Kranten citeren doorgaans liever ‘beroemde’ mensen, die men opvoert als expert. Rob Wijnberg zelf is een voorbeeld hiervan. Weinig origineel in het licht van de bestaande literatuur maar wel bekend met zijn “De Correspondent”.

Mainstream opiniemakers zijn daarnaast voor de media risicolozer om te citeren. Het draait immers allemaal om kijkcijfers, oplages, marktwaarde en ‘duimpjes omhoog’. De door inhoud gedreven maar gezichtsloze universitaire medewerker is en blijft een nobody, simpelweg omdat zijn of haar naam nu eenmaal geen belletje laat rinkelen bij de gemiddelde kijker of lezer.

Wie de prime time talkshows volgt bij de Nederlandse Publieke Omroep is al bekend met bovenstaand principe; daar worden regelmatig ‘Bekende Nederlanders’ gepositioneerd als kenners van bepaalde onderwerpen. Marc Marie Huijbregts, Claudia de Breij, kijkcijferkanonnen maar zijn ze inhoudelijk interessant?

Actrices of presentatoren die deel uit maken de kring van DWDD mogen dan hun licht laten schijnen op thema’s die ertoe doen. Het ontbreekt hen zelden aan een wervend verhaal, alleen de inhoud blijft hopeloos achter. Overigens werkt het binnen de academie niet echt anders: daar draait het alleen om het scoren van publicaties in de bekende podia Science of Nature, al naargelang het vakgebied.

De netwerkwereld werkt anders dan de ‘material world’. Waar in de materiële wereld de ketting zo sterk is als de zwakste schakel, is in de netwerkwereld de ketting zo sterk als de sterkste schakel. Je hoeft maar een persoon in een invloedrijk netwerk te kennen en je bent binnen. De Rotary cirkels kennen dat mechanisme natuurlijk al veel langer en het fenomeen referenties en geloofsbrieven bestaat ook al een poosje.

Via het internet werkt dit mechanisme globaler en veel sneller ook omdat het (bijna) niets kost. Een retweet van Obama, een citaat in the Guardian of een complimenteuze tweet van @Jinek, als je boodschap ‘viral’ gaat groeit je bekendheid exponentieel mee.

Insmeren

‘Bekende Nederlanders’, zijn zich zeer bewust van het feit dat hun marktwaarde samenhangt met hun ’exposure rate’. Via slimme pr nodigen of dagen ze elkaar dan ook graag uit in hun programma’s. Bekende kranten en bedrijven verbinden zich enthousiast aan die programma’s net als politici en andere verkopers van meningen en belangen.
Zo verwordt Matthijs van Nieuwkerk tot makelaar in exposure en fungeert de voormalige kwaliteitskrant NRC als webwinkel van BN’ers.

De nieuwe klasse opiniemakers doorgronden het huidige mediaspel tot in de puntjes en houden zich strikt aan de Tien Geboden van de Mediawijsheid 2.0. Eerste gebod lijkt voor alles; “Wij citeren uitsluitend elkaar.” Dat levert hen weliswaar zichtbaarheidspunten op maar helaas zelden nieuwe inzichten. Ben Tiggelaar gaat hierin nog een stapje verder. Die belt celebrities gewoon op tijdens zijn show en smeert hun roem over zichzelf uit, volle zalen zijn het gevolg.

Dezelfde ‘hub’ structuur vinden we ook terug bij non-persoonlijke netwerken; denk bijvoorbeeld aan Amsterdam als ‘the place to be’ of aan ‘gold standard companies’ als Google, Amazon en Facebook. Het draait immers om hetzelfde mechanisme; als je relevant wilt blijven is de kunst om aan te sluiten bij zo’n hub. Hoe groter de hub, hoe groter jouw invloed. Zonder ‘hub’ of podium krijg je minder of geen aandacht en heb je geen impact in de netwerksamenleving.

And the winner is…

Ondertussen fabriceren de branche en -vakgenoten verschillende ondernemersprijzen en innovatie awards om die bij voorkeur aan elkaar toe te kennen om zo elkaar in de spotlight te zetten. Het Boekenbal, een initiatief van de hele keten van het geschreven woord, is een al langer bestaand voorbeeld.

Het Correspondents‘ Dinner is een vergelijkbaar initiatief. Beide zijn ‘platforms’, om reputatie te creëren, zo veel mogelijk ‘kanaal invloed’ te hebben en zichtbaarheid op te bouwen. Die nastrevenswaardige zichtbaarheid bereikt z’n piek als het Boekenbal als item op het journaal verschijnt. Het miljoenenpubliek vergaapt zich aan de zichtbare exoten die zich op de rituele rode loper in beeld laten brengen.

Velen begrijpen inmiddels dat je je eigen platform kunt zijn. Geenstijl is er groot mee geworden en velen prefereren YouTube boven het traditionele televisie kijken. Enkele onafhankelijke journalisten kiezen er voor hun eigen platform te creëren. De vraag is of ze uiteindelijk ‘Matthijs’ toch niet nodig hebben om echt ‘door te breken’.

Wat gebeurt er als werkelijke kennis van zaken en wijsheid het afleggen tegen deze reputatiedwang en de noodzaak zichtbaar te zijn? Wat gebeurt als succes steeds meer afhangt van de toevallige maatschappelijke kansen op zichtbaarheid in deze jackpot society? Dan liggen uitsluiting, verarming van perspectief en kliekvorming op de loer. Vinden we het ok dat een goed getimede scheet meer waarde creëert dan 30 jaar mantelzorg in stilte?

Goed kunnen netwerken, het creëren van een winnaarsimago (niemand wil met een loser geassocieerd worden) en constante zichtbaarheid zijn dan onze belangrijke maatschappelijke overleving skills. Willen we dit? Had Thomas van Aquino in de 13e eeuw dan toch gelijk met zijn verzuchting dat het kleine gelijk (zichtbaarheid) het altijd won van het grote gelijk (wijsheid en inzicht)?

We nemen het voor lief dat wanneer je jezelf voortdurend moet presenteren als succes op Facebook je daar behoorlijk depressief van kunt raken. We negeren de effecten die voortkomen uit de verslaving aan likes om bevestiging over onszelf te krijgen, onze marktwaarde te peilen. We verwerpen de nuance in onze boodschappen, want dat roept geen overvloedig reactiepatroon op; het effect is zwart-wit, bot en kortzichtige communicatie.

En zo dwingt dit informatietijdperk ons allemaal om gezien te worden, om als marktkooplieden onze talenten schreeuwend uit te venten. Zonder podium ben je ‘niet relevant’. Wie verstandig is zorgt voor goede relaties met hen die in de spotlights staan zodat er ook wat aandacht op jou afstraalt. De brutalen hebben al lang niet meer de halve, maar praktisch de hele wereld in hun zak.

 

 

Leave a Reply