Gaat het bij de ‘deeleconomie’ om meer duurzaamheid en verbondenheid of toch vooral om geld verdienen en goedkoper uit zijn? Nieuw gedrag of oud gedrag in een nieuwe tech-omgeving? Daarover moeten we nog maar eens goed nadenken.
——————————————————————————
Deze bijdrage verscheen op 24 juni 2015 op sociale vraagstukken.nl.
http://www.socialevraagstukken.nl/site/2015/06/24/de-gevaren-van-het-nieuwe-delen/
Het is een samenvating van
en
———————————————————————————————-
De term ‘nieuwe businessmodellen’ is vooral te vinden in het discours over duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen en de deeleconomie. Dit discours zit vol verwijzingen naar sociale en collectieve termen als bottom-up, grassroots, crowds en communities. Het suggereert anders denken en doen, meer verbondenheid, duurzaamheid. Het internet fungeert hierbij als faciliterende factor. Dat internet democratiseert, verenigt en socialiseert, is een algemeen geaccepteerd idee. [1] De hiërarchie als organisatie-tool maakt door het internet plaats voor zelforganisatie, zelfsturing, netwerkverbanden en coöperaties in zowel het business- als het politieke domein.
Maar de nieuwe businessmodellen en zelforganisatie dienen niet per se de goede zaak. Ook de nieuwe businessmodellen zijn nog steeds gericht op winstmaximalisatie in euro’s. En dat is niet gek: de transitie staat pas aan het begin, waardoor er nog voldoende ruimte is voor het oude afrekenmodel. Er is nu zelfs eerder sprake van meer dan van minder piranha-economie én van minder compassionate capitalism. Dat dit zou gebeuren, werd twintig jaar geleden al begrepen, maar dat inzicht is in het marketinggeweld van tech-bedrijven ondergesneeuwd.
Het blijft een kwestie van hetzelfde goedkoper op de markt brengen
Internet verlaagt de maatschappelijke transactiekosten. Zo ontstaan zelforganisatie, zelfmanagement, self-assembled teaming, ketenomkering, platformwerking. Niet alleen met buurtbewoners op zaterdagochtend het park schoonmaken, maar ook collaborative consumption, de deeleconomie, gedreven door de geldgestuurde beweging van bezit naar gebruik. Het is heel makkelijk geworden die persoon te vinden om even een boormachine van te lenen.
Maar ook al spreken we over de Weconomy, over slim en nieuw organiseren, over duurzaam organiseren en over peer-to-peer-systemen, als we kijken naar de succesvolle nieuwe businessmodellen, dan is de driver toch nog altijd gewoon hetzelfde goedkoper op de markt brengen. Recent onderzoek van Multiscope naar de bekendheid en motieven van het delen van een auto, kamer en gereedschap, toont aan dat delen momenteel vooral geld verdienen is met iets wat je over hebt. [2]
Google wil alles
Is zelforganisatie de weg naar een duurzame toekomst waarin we met elkaar verbonden zijn? Het Sociaal en Cultureel Planbureau constateert groter wordende verschillen in Nederland. [3] Grotere sociaal-economische en culturele verschillen leiden onmiskenbaar tot uitsluiting. Waar digitale media en smartphones de connected future beloven, is er ook uitsluiting als trend. [4]
Op dit moment is er een battle van ondernemingen gaande die computerpower en mathematici aan boord hebben. Zij verdienen aan het voorspellen van ons gedrag op basis van de vele informatie die we op het internet achterlaten: social physics via big data en robotisering. Een voorbeeld: de vaste klanten van Google betalen volgens het rekenmodel van Peter Olsthoorn zo’n 280 dollar per jaar aan Google. [5] Niet in contanten − webbrowser en apps zijn immers gratis − maar in data, cookies en klikken, gewaardeerd door de belegger. We geven iedere keer dat we Google gebruiken belangrijk bezit gratis weg. Google wil al onze data en wil daarom aangesloten zijn op alles waar data in of uit kunnen komen: onze digitale portemonnee, onze thermostaat, e-mail of routeplanner Waze. Het maakt Google weinig uit of de achtergrond nu wel of niet duurzaam, economisch of sociaal is.
Spelen we een gelijk spel met de Googles en Facebooks, maar ook met Nederlandse zorgverzekeraars, banken, UWV en overheid? Zijn de krachten van burgers, bedrijven en overheid in balans? Bedrijven als Google, Facebook en Uber weten de huidige condities voor groei en welvaart goed te benutten en enkele eigenaren en investeerders worden er zeer rijk van; de middenklasse lijkt het nakijken te hebben.
Dark side
Het is de vraag of we als crowd voldoende vermogen hebben om de ‘stille’ macht te controleren en op de rem te trappen als het nodig is. Voor het maken van maatschappelijke keuzes is het belangrijk om onbevangen te blijven kijken naar wat er gebeurt en om het gesprek te blijven voeren. Daar moeten we echt meer tijd aan besteden. Dan gaan we allen veel plezier hebben van alle nieuwe mogelijkheden. Pas vanuit een begrip van wat er gebeurt en kan door nieuwe tech, gaan we onszelf echt organiseren. ‘New beginnings are often disguised as painful endings’, zei Lao Tze. Over 25 jaar zullen we het weten.
Noten
1 Shirky, C., Slimmer. Hoe sociale media ons effectiever, creatiever en actiever maken. Amsterdam/Antwerpen: Business Contact, 2010; Ford, S. & J. Green, Spreadable media. Creating value and meaning in a networked culture. New York: New York University Press, 2013; Anderson, C., The long tail. How endless choice is creating unlimited demand. New York: Random House, 2010.
2 Multiscope, Nederlandse deeleconomie stroef op gang, multiscope.nl, 23 april 2015.
3 Vrooman, C. & M. Gijsberts (red.), Verschil in Nederland. Sociaal en Cultureel Rapport 2014. Den Haag: SCP, scp.nl, 12 december 2014.
4 Reep, F. van der, Maatschappelijke uitsluiting is de nieuwste trend. Dossier ‘Ongelijkheid’, socialevraagstukken.nl, 25 juni 2014.
5 Vos, A. de, Online heeft iedereen een prijskaartje, fd.nl, 24 mei 2014.