Wat er gaat gebeuren en waarom?
het project Europa
We schrijven nu 2014 en hebben de Europese verkiezingen net gehad. Natuurlijk is er geen alternatief voor Europa. Maar net als de Katholieke kerk die niet altijd een gelukkige hand heeft gehad met de keuze van de vertegenwoordigers lijkt dit met Europa ook zo te zijn. En dan wordt het spreekwoordelijk kind met het badwater weggegooid.
Vanuit het oogpunt van geopolitieke machtsbalans, denk aan China en India, is het denk ik verstandig om Europa naar buiten toe als eenheid te presenteren. Dat betekent nog niet dat het daarom een rijdende trein moet zijn waarvan de individuele burger het gevoel heeft dat die maar door dendert en alleen maar geld kost vanwege ‘Griekenland’ en nog wat andere dossiers. Work to be done.
Europa zou de moed moeten hebben een ‘Paus Franciscus effect’ te organiseren. En als zo’n persoon niet in eigen kring beschikbaar is, dan maar van buiten.
Een beetje analyse over hoe ik denk dat het verder gaat in bedrijfsleven en politiek. Met accent op de interne logica van de ontwikkeling zodat je mijn redenering kan zien, eventueel overnemen en voorbereid bent op the next move. Om dit extra toe toelichten heb ik een figuur toegevoegd.
Maatschappelijk, in de business en in de politiek zijn twee grote bewegingen aan de gang. Een van ‘top down’ naar ‘bottom up’ dingen regelen. En de ander, van aanbodsturing naar vraagsturing. Van schedule push naar reality pull. Het concept van één jaarlijks Business plan, met innovatieparagraaf, waarin je vastlegt welke leuke dingen je allemaal van plan in je business is typisch een aanpak links boven in het figuur. Daar ga je gaat uit van maakbaarheid en dingen doen vόόr de klant in plaats van met de klant. Dat is dus precies wat Brussel ook doet. En dat werkt niet meer.
Rechtsonder heet co-creëren, community-based samen leuke dingen doen. Traditionele marketing, linksboven in de plaat, verdampt in hoog tempo ten gunste van slimme sales. Branding wordt steeds belangrijker want ‘wie niet gezien is is weg’.The rest of it is sales: iedereen wordt verkoper.
In de ICT arena praat je in dit linksboven kwadrant bijvoorbeeld over het idee om bepaalde applicaties door ICT headquarters bedrijf breed in te voeren. In de politieke arena is een mooi voorbeeld de manier waarop, om te beginnen de Europese grondwet enkele jaren terug linksboven tot stand is gekomen en vervolgens rechtsonder in Nederland en Frankrijk is afgeschoten: de disconnect tussen ‘den Haag’ en de burger.
En eigenlijk is hier anno 2014 niets in veranderd.
Een tweede voorbeeld is natuurlijk het instrument ‘regeerakkoord’ met een horizon van vier jaar. Je begrijpt wat ik daar van vind. Of een veiligheidsministerie dat ook weer, door Rutte cs, linksboven is bedacht in plaats van een werkelijk verbond met de burgers aan te gaan vanuit die zelfde politiek. Rechtsonder praat je over referenda, gekozen burgemeesters, over Tofflers prosumership en ketenomkering/zelforganisatie en over prototyping/’perpetual beta’ in de ICT arena of testmarkten in de sales arena (kijkt eens wat het Spaanse Zara aan het doen is).
In ondernemingen zie je deze beweging van linksboven naar rechtsonder bijvoorbeeld in de snelheid waarmee het internet, rechtsonder, de hiërarchie, linksboven, overneemt als oplossing voor de interne en externe coördinatie. Het verdampen van centrale planning ten gunste van ketenomkering, zelfroosteren en zelfmanagement waarbij collega’s bijvoorbeeld hun eigen order picking gaan doen, met overigens besparingen tot 50% in de back offices, is daar een concreet voorbeeld van. Deze beweging heet tegenwoordig ‘het nieuwe organiseren’ (hno).
Rechtsonder zitten de start-ups en de zelfstandige professionals. Crowdbizzing is een begrip en handelwijze die daarbij hoort: vang een idee op uit de crowd, bouw er met behulp van de crowd een team en financiering om heen en off you go. Voorbeelden?http://www.bedrijvenfabriek.nl en http://www.kickstarter.com
Crowd Politics? Een klein sommetje wat deze trend, voortgestuwd door social media voor de politiek betekent. Bij een participatiegraad van 3% in de Nederlandse politieke partijen gemeten over de gehele bevolking en de aanname dat 50% daarvan politiek actief is praat je over pakweg 150.000 burgers waaruit alle politieke benoemingen gerekruteerd worden op rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau. Ook al zijn deze cijfers indicatief, helder is dat een bottom-up invulling van het politiek bestuurlijk kader en het creëren van burgers als bondgenoten in het Nederlands bestuur kwantitatief onmogelijk is.
Dit betekent in mijn visie dat dramatisch bestuurlijke vernieuwing nodig is en, naar ik vermoed, door de burger op redelijk korte termijn zal worden afgedwongen. Kijk naar de uitslagen van de Europese verkiezingen. Ze hebben dus nog een laatste kans over 4 jaar.
(Europese) politieke partijen die deze analyse niet maken en via “Realpolitik” hun invloed op dit moment proberen uit te bouwen of op zijn minst te continueren zullen daarvoor een hoge prijs betalen en mag worden verweten Nederland niet voor te bereiden op innovatie en op ‘de toekomst. Dit is waar bijv de ‘G500’ over ging en waar we helaas niets meer van horen.
Als het politieke establishment rond Europese sociaal-democraten en christen-democraten zich niet aanpassen aan de nieuwe tijdgeest maken ze een historische fout en komt het project Europa onder vuur niet vanwege Europa maar vanwege het gezicht dat het gegeven wordt en de vettige manier waarop leiders slecht uit eigen kring gerecruteerd worden.
Beetje verder kijken zou mijn raad zijn en vooral de dialoog aangaan met Eurosceptische partijen. Niet omdat die gelijk hebben, het gaat hier helemaal niet om gelijk en ongelijk, maar omdat die de burger beter weten te bereiken. Dat dit ingewikkeld is is weet ik. Zelfs bij zoiets relatief eenvoudigs als de vorming van het Rotterdamse bestuurscollege lukt dit al nauwelijks vanwege het destructieve samenstromen van eigenbelang en politieke macht.
Voor wat betreft technologische innovatie het zelfde verhaal. Ik denk dat innovatie en met name het innovatieproces ook deze kant op zal gaan en steeds meer een bottom-up gebeuren zal worden. Volledige democratisering, niet voor de klant maar met de klant, kleinschalig. Je kunt bijvoorbeeld besluiten vooraf aan ieder commerciële innovatie even een broadcast te doen via je intranet en je collega’s kunnen vragen: top of flop? Simpel, snel, goedkoop, objectief en het genereert betrokkenheid. Het merendeel van topdown innovatie mislukt trouwens, het merendeel van bottom-up lukt. Nog een waarneming: de meeste innovaties komen van buiten je branch. Dus als je jezelf in al benchmarkend in het top 10 rijtje van je branch zet en al je aandacht daarop richt, zie je de echte vernieuwingen vermoedelijk niet aankomen. Ook hier Neue Kombinationen.
Nog een laatste tweetal voorbeelden van deze maatschappelijke trend zoals aangegeven in het plaatje. Individuele weblogs (rechtsonder) nemen via “civil journalism” in hoog tempo de functie van kranten (linksonder) en lokale nieuwsvoorziening over. En zelfs de Nederlands rechtspraak is zijn weg begonnen van rechtsboven naar rechts beneden. Signalen zijn Peter R. de Vries, het Tv programma 16 miljoen Nederlanders of de voorstellen, als eerste van prof. de Roos in de NRC in 2005, richting de invoering van burgerfora in de rechtspleging. Zelfs in de posities die landen tegenover het Internet hebben zie je de twee posities terug. China zit linksboven, de USA (nog) rechts beneden.
©Frans van der Reep
De vraag is of de huidige (politieke) spanning die er in ieder geval in Nederland zit tussen innovatie, competitie en samenwerking alsook tussen centrale overheid en lokale overheden de ideale situatie is om ‘de nieuwe wereld’ met tempo te implementeren of bij te houden. Ik denk het niet. In Nederland zouden instituties als de SER, kennisalliantie en VNONCW zich daar eens over moeten buigen.
Laat staan Europa. De zelfde uitdaging. maar dan 100 keer groter.
Institutionele innovatie is onafwendbaar
—————————
Dit essay verscheen in iets andere vorm in juni 2012 op Dutchcowboys.nl
http://www.dutchcowboys.nl/online/25052