Woorden en hun vertekende betekenis….
De participatiemaatschappij.
Gregory Bateson heeft zijn hele leven besteed om als antropoloog naar het wetenschappelijk bedrijf van waarheidsvinding te kijken. Het boek A Recursive Vision van Peter Harriet-Jones over hem is belangrijk omdat het korte metten maakt met de illusie dat onderzoeker en theorie los van elkaar staan. In de natuurwetenschappen, en ook bij andere takken van sport, is het nu geaccepteerd dat de onderzoeker medebepalend is voor de onderzoeksresultaten.
In Batesons woorden: “…we are general not conscious of the rules and premises which govern the making and interpretation of messages, and this is true both for the verbal message of coded communication and for the images which emerge in consciousness, when we receive ostensive messages”[i]
Laten we dit ‘maken en interpreteren’ van boodschappen nu eens toepassen op woorden als participeren en de participatiemaatschappij. Als wij het hebben over de burger in de participatiemaatschappij, wat zeggen we dan eigenlijk? En zeggen we wat we bedoelen?
Uit allerlei actuele politieke statements leid ik af dat ‘de burger in de participatiemaatschappij’ staat voor een burger die actief zijn eigen leven vormgeeft, initiatief neemt en niet aan de kant blijft staan. Hij heeft geen baas en bevel nodig om in actie te komen maar doet dit zelf. Veelal komt men dan met succesvolle bottom-up burgerinitiatieven zoals het gezamenlijk inrichten van stadmoestuinen, het met crowdfunding kopen van het buurthuis en het runnen van thuisrestaurants.
Wat zegt het ethymologisch woordenboek[ii] over de betekenis van het woord participeren?
participeren ww. ‘deelnemen’
Mnl. participeren ‘zijn deel krijgen’ in dat schepenen … de boeten tot stadts behoeft profijteren sullen, alsoo dat de drost daerinne niet can … participeren ‘
Participeren is ook in onze moderne taal meedoen aan iets dat er al is. De participatiemaatschappij is een samenleving waar burgers meedoen. Dat is iets anders dan mee vormgeven. Waar vormgeven creatief is, is ‘participeren ’ in de kern reactief.
Is dat, om met Bateson te spreken, de werkelijke boodschap van het fenomeen ‘participatiesamenleving’? Burger, je moet meedoen aan wat we bedacht hebben en dat is jouw verantwoordelijkheid. Aan de kant blijven staan is dus ook jouw verantwoordelijkheid. Of om de bijbel en Bush jr te citeren: ‘You are either with us or against us’.
Als dit zo is, dan is participeren gewoon een eufemisme voor flexibiliseren en bezuinigen: aanpassen aan wat zich maatschappelijk aandient of politiek is opgelegd. We worden dan niet alleen een werknemer, werk nemen dat er al is, maar ook een, bij gebrek aan een beter woord, burgernemer. De participatiesamenleving staat dan voor flexibilisering. Die ontwikkeling is in Nederland al decennia aan de gang is en vindt inmiddels zijn weg naar wettelijke regelingen en mores: je bent zelf verantwoordelijk voor meedoen. De overheid wil niet dat ik deelneem. De overheid wil dat ik iets overneem.
Participeren is in deze benadering zeker niet deelnemen. Participeren is aan anderen overlaten, de verantwoordelijkheid niet nemen en niet betalen. Met de participatie-agenda wordt het solidariteitsprincipe verlaten.
Dit kan overigens een legitieme politieke keuze zijn. Maar noem het dan ook zo. En, by the way, krijg ik dan als burger belastingverlaging?
Participatiemaatschappij is ook een vrij abstract 3e persoonswoord. Een eufemistisch managementwoord. Gebruik van dit soort woorden wekt de suggestie alsof wij er geen grip op hebben. Valt het u ook op hoe vaak wij in de 3e persoonsvorm over dit soort zaken praten: ‘de beurs was mild gestemd’. Alsof de beurs een autonome persoon is waar we geen invloed op hebben. Het ‘nieuws’ is er mee doorspekt. ‘De zorg,’ de ‘verzekeringen,’ ‘het moderne verkeer,’ ‘de file,’ allemaal zaken die vaak in de 3e persoon worden geformuleerd, als iets dat ons overkomt. Nog een voorbeeld? ‘De Rijksvoorlichtingsdienst heeft een persbericht gepubliceerd’ of ‘Het Kremlin zegt dat’…… 3e persoons talk is zo abstract. En niemand neemt verantwoordelijkheid en actie. Zou je het zelfde bericht met naam en toenaam verspreiden dan zou je het anders ervaren en waarschijnlijk ook anders reageren. Dit alles is buitengewoon manipulatief taalgebruik, doorgaans bedoeld om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.
En zo, met dit soort formuleringen, krijgen we het gevoel dat we geen invloed hebben op de wereld waarin we leven. Zo wordt onmacht de grondtoon, wordt overleven de muziek en verstikken we onszelf in controle: waar betekenis verdwijnt verschijnt controle.
‘Participatie’ is niet iets dat uit een brede maatschappelijke dialoog als conclusie is voortgekomen, een dialoog waar u en ik aan hebben meegedaan. Het is een Bobo-ding.
Mijn conclusie is dat het woord participatiemaatschappij een vals woord is. In plaats van respect voor de individuele burger die zijn eigen leven vormgeeft is het een woord dat juist ruimte geeft aan topdown-ontwikkeling en sociale uitsluiting als je je eigen leven wilt leiden. Dit terwijl het participatiebegrip insluiting en solidariteit suggereert.
Het zoeken is naar een passend woord dat recht doet aan onze persoonlijke en maatschappelijke ambities. Zullen we dit samen doen? Misschien iets om eens over na te denken vooraf aan uw deelname en participatie aan de verkiezingen.
Het woord “participatie maatschappij” is een van de vele “excuus-woorden” gebezigd door, inderdaad, BoBo’s. “Mantelzorg” hoort in hetzelfde rijtje thuis. Ook dat is een excuus-woord omdat het mn in de politiek wordt gebruikt als legitimatie om veel van de nu geinstitutionaliseerde solidariteit weer af te breken.
Hierboven staat “En, by the way, krijg ik dan als burger belastingverlaging?“. Natuurlijk niet.
Ik daag de medelezers van deze column uit.
Wie kan er ook maar één voorbeeld geven waarin de overheid of het bedrijfsleven mensen daadwerkelijk faciliteert bij het oppakken van taken die diezelfde overheid op diezelfde burgers afwentelt onder het mom van participatie, mantelzorg, etc.