“To see what’s in front of one’s nose needs a constant struggle”. George Orwell
Er is een hoop aan de gang in (Zuid-) Europa. Crisis, massieve werkloosheid, dreigende deflatie, honger en zelfmoorden om deze reden. Tegelijkertijd is verandering in business logica en lijken ‘mentale modellen’ te veranderen. Dan stelt zich de vraag hoe besluitvormers naar de wereld kijken. Baseren we politiek en bestuur nu nog echt op de realiteit of op ideologie, ons eigen begrip van die realiteit.
Om ideologisch handelen te voorkomen is begrip nodig van wat we zien. Dit begrip is, zoals ik het zie, de grote uitdaging voor het komende decennium.
We hebben mentale en fysieke referentiepunten nodig om te snappen wat we zien. Als er te veel te snel verandert en die referentiepunten ontbreken, vervangt ideologie steeds meer de realiteit als basis voor onze beslissingen.
We hebben fysieke referentiepunten nodig zoals wegwijzers of de tomtom om onze weg te vinden op bijvoorbeeld het vliegveld of in het ziekenhuis. We hebben ook altijd aanknopingspunten nodig om te weten waar we zijn. Waarom? Als je niet weet waar je bent, is het nogal moeilijk om je weg te vinden. Dus spelen herkenningspunten en ‘lieux de memoire’ een belangrijke rol in ons leven. We hebben fysieke referentiepunten als de ‘meter’ of ‘foot’ nodig om afstand te kunnen meten en ook afstand te kunnen ‘voelen’ en om het resultaat van dergelijke metingen te communiceren. Zo hebben we ook emotionele en mentale referentiepunten nodig. Als je iemand ziet lachen, zou het een veilige conclusie voor je moeten zijn dat die ander plezier heeft en geniet van de situatie.
Referentiepunten zoals onze valuta (euro) hebben we nodig om onze rekeningen te kunnen betalen. Deze munt maakt het mogelijk een ‘gevoel’ van waarde te hebben. De stap naar de euro heeft wellicht economisch voordeel gehad, maar ook problemen opgeleverd doordat mensen hun referentiepunt tot het ‘gevoel van value’ zagen veranderen. Sommigen van ons hebben vele jaren nodig gehad om aan dit nieuwe ‘Euro-referentiepunt’ te wennen.
‘Cultuur’ kan ook als een set van referentiepunten worden opgevat: hoe we ons gedragen, de manier waarop we een sociale situatie definiëren, goed en slecht, mooi of lelijk. Referentiepunten kunnen formele of niet-formele interne programma’s zijn (ook bekend als ‘cognities’ of ‘frames’) en kunnen de vorm van rituelen aannemen. Neem bijvoorbeeld het ritueel dat je geen business bespreekt met anderen tijdens de vakantie, of dat je niet begint aan de bespreking van een bepaald onderwerp voor je eerste kop koffie. Er zijn tal van referentiepunten in het sociale leven. Bijvoorbeeld zaken zoals je opleiding, lidmaatschap van Rotary-achtige clubs, concerten die je wel/niet bezoekt of de krant die je kiest om te lezen, kan worden opgevat als een sociale code, als een set van sociale referentiepunten waaraan de ander je maatschappelijke positie kan aflezen.
We kunnen niet zonder. Mijn gevoel is, ook al ben ik geen antropoloog, dat deze referentiepunten niet te vaak moeten veranderen. Zo’n verandering van het referentiepunt of van de genoemde rituelen is echt heel verwarrend en het kost veel tijd om aan de nieuwe referentiepunten te wennen. Dat, bijvoorbeeld, is de reden waarom de avant-garde kunstenaars vaak moeite hebben met het verkopen van hun kunst: ze verkopen geen kunst. Wat ze verkopen is, in feite, een wereldbeeld, zij het op basis van andere referentiepunten dan die jij en ik waarschijnlijk nu hebben. Dat is de reden waarom de Bauhaus [i], bijna inmiddels een eeuw geleden, er nog steeds ‘modern’ uitziet.
Hoe zit het met jouw referentiepunten in jouw leven? Kent je ze? Ben je je bewust van ze? Bent je je bewust van waar je in gelooft? Belangrijke gebeurtenissen in het leven van iemand worden meestal weergegeven door een verschuiving in persoonlijke referentiepunten. Een echtscheiding, een ernstige ziekte, een plotseling verlies van een geliefde, het winnen van de miljoenen jackpot. Al deze gebeurtenissen kunnen worden gezien als een reset van individuele referentiepunten.
Ik zal niet systematisch onderzoeken welke referentiepunten we allemaal nodig hebben in het leven, hoewel ik zeker weet dat het er heel veel zijn in de verschillende aspecten van ons leven, zelfs in haar meest intieme delen. Mijn bedoeling is je gewoon een gevoel te geven van het belang ervan, te beschrijven hoe ze je helpen en om onze beperkingen te ontdekken als het gaat om het veranderen ervan.
Waarom deze bijdrage over referentiepunten en wat is het belang ervan? We ervaren zo veel grote veranderingen in tal van aspecten van ons leven vandaag de dag, dat velen van ons het leven ervaren alsof er geen referentiepunten zijn. In de zakelijke wereld, in de politiek en zelfs in het dagelijks gezinsleven ervaren velen van ons dat we eigenlijk niet echt weten waar we zijn of wat we zien, met als gevolg dat we geen conclusies durven ontlenen aan wat we zien en dus niets beslissen en niets doen. We zitten dan vast. Verlamd. We handelen niet en nemen geen beslissingen omdat we vrezen dat die verkeerd kunnen zijn.
Ik geef je een voorbeeld hoe het veranderen van referentiepunten invloed heeft op communicatie. Ook communicatie is afhankelijk van heldere referentiepunten: als ik niet weet of je een vriend bent die van plan is om me te helpen of een vijand gericht op beschadiging, zal er niet veel uitwisseling zijn van gedachten, zul je je comfort zone niet verlaten en zullen we geen relatie ontwikkelen.
Om u een concreet, praktisch voorbeeld te geven: de reden dat videoconferencing werkt is meestal dat we elkaar kennen. Gevestigde relaties hebben duidelijke referentiepunten.
Waar we referentiepunten missen, ontbreekt ons begrip van wat we zien. Waar referentiepunten ontbreken, zoals ik het zie, wordt ideologie de vervanger van de realiteit als basis voor waarnemingen en beslissingen . Dit is denk ik een van de redenen waarom de Europese crisis nog niet is opgelost. Wij baseren onze economische en politieke maatregelen op hoe we denken dat de werkelijkheid in elkaar zit en hoe de dingen gaan, in plaats van de realiteit zelf. Ik citeer George Orwell: “Om te zien wat er voor onze neus ligt, is een voortdurend gevecht”. Eigenlijk denk ik dat Europese politici niet bereid zijn om werkelijk te zien wat er allemaal gebeurt en in principe geleid worden door ideologie in plaats van werkelijkheid. Je kent het resultaat.
‘Context drives meaning’
Als veel referentiepunten veranderen in een korte tijd, is er geen stabiele context die betekenis aan feiten geeft. En zonder deze context is er geen communicatie. Communicatie heeft context nodig om de feiten te kunnen interpreteren. En zonder deze communicatie en zonder het gevoel deel van een begrepen werkelijkheid uit te maken, komen angst en onzekerheid in beeld en raakt het gevoel van persoonlijke betekenis zoek. Met deze angst komt onzekerheid en het gevoel van zinloosheid in beeld, evenals het ego, een van de menselijke mechanismen om met angst om te gaan.
Ideologie substituut voor werkelijkheid?
Onze mentale modellen van de werkelijkheid veranderen langzamer dan de werkelijkheid zelf. Dit zorgt voor veel onzekerheid. Een van de grote vragen, zoals ik het zie, is de vraag of we die nieuwe realiteit accepteren, of dat we die verbergen in ideologie, en als het ware ontsnappen uit hoe dingen inmiddels zijn. Bijvoorbeeld de overtuiging dat gezonde banken een gezonde economie bevorderen is gewoon wat het is, een geloof. De overtuiging dat het jaarlijkse overheidstekort lager moet zijn dan 3% van het nationaal inkomen is gewoon wat het is, een geloof, een ideologie.
Ik ben ervan overtuigd dat deze strijd tussen realiteit en ideologie een van de huidige grote problemen is in veel domeinen, zoals politiek, zaken, marketing, wetenschap, onderwijs, voedsel, energie, bankieren, de duurzaamheidsagenda, om maar een paar voorbeelden te noemen. Politiek gebaseerd op hoe we graag denken over de werkelijkheid is niet erg effectief en kan destructief zijn. Ik zou zeggen: kijk om je heen! Ik beschouw het beleid dat er toe leidt dat mensen zelfmoord plegen omdat ze geen uitweg meer zien in deze economische situatie, of het beleid dat leidt tot voedselbanken en kinderen met honger, ook in Nederland, en beleid gericht op het creëren van armoede (“bevordering van dynamiek op de arbeidsmarkt”) als misdadig .
Andere voorbeelden? Het lijkt erop dat zelfs ‘McKinsey’ en ‘Harvard‘ en (andere) consultancybureaus de waardevolle rol van de mens in het bedrijfsleven, na decennia van kostenbesparing via spreadsheetanalyses bepleit te hebben, opnieuw ontdekken. Heel goed nieuws!
Waarom laten mensen en bedrijven zich leiden door ideologie als hun gids voor hun handelen? Opportunisme? Domheid? Onzekerheid? De comfort zone?
Hoe zit het met jou? Rooted in ideology or reality?