Internet creeert een eigen perspectief (2005)

Vraagsturing in het onderwijs

Bent u, als student, docent of als manager van een onderwijsinstelling, toe aan internet en e-Business? Ziet u de mogelijkheden en gebruikt u die ook? Hebt u een beeld van waar het onderwijs heen gaat? Hebt u wel eens op een rijtje gezet hoe internet uw onderwijsleven verandert? En bent u aan zet of laat u het gebeuren?

Staatssecretaris Rutten stimuleert vraagsturing met concrete maatregelen, bijvoorbeeld via het rugzakje met geld dat ieder student krijgt en waaruit hij of zij het eigen studieprogramma kan samenstellen en financieren. Het is dus urgent voor de docent en de onderwijsinstelling bovenaan het lijstje van de student te staan. De student heef immers nu de keus. Hij kan kiezen tussen A-onderwijsinstellingen en B-onderwijsinstellingen. En tussen A-docenten en B-docenten. Die keus is in het financieringsstelsel verankerd. Het spel gaat beginnen.

 

Internet is meer dan e-mail, shoppen, chatten en zoeken. Het kan als driver van e-Business doel en inrichting van het onderwijs veranderen. Internet dwingt bijvoorbeeld instellingen na te laten denken over management en control, over marketing & sales, operations, inkoop, werving & selectie. Internet creëert niet alleen een openbare hitparade van bedrijven en ziekenhuizen; ook uw onderwijsinstelling moet eraan geloven. Of u dat nu leuk vindt of niet.

Internet betekent presence management: hoe wilt u dat uw studenten u bereiken en wat willen uw studenten zelf? Bellen, mailen chatten, sms, videoconferencing? Komt de student straks nog naar u toe, of zult u zich moeten presenteren als iemand die voor een student waardevol kan zijn? Het Bama-stelsel betekent dat studenten een deel van hun opleiding zelf bepalen. Die brede keuzemogelijkheden gelden ook voor de minors en mastertrajecten. U kunt een briljante docent zijn met een fantastisch vak, maar als studenten dat niet weten, bent u weg. Hoe gaat u als docent dus uw personal marketing regelen? En hoe vinden ze uw briljante diffentiatieminor? Daarbij komt dat studenten geen zin hebben om in de ingewikkeldheid en regeltjes van grote onderwijsinstellingen te worden opgesloten. Zij kiezen rücksichtslos voor het beste aanbod, en het kost ze via internet slechts enkele seconden om vast te stellen of u het beste aanbod voor hen heeft, of niet.

 

Scherper
En dat is nog maar het begin: vergelijkingssites over bijvoorbeeld nationale en internationale minors zijn in voorbereiding. E-business dwingt u daarom tot veel scherper neerzetten van uw aanbod. U zult zichzelf veel meer dan vijf jaar geleden met ‘buiten’ (collega-instellingen, buitenlandse concurrenten) moeten vergelijken. Uw product komt in de internationale etalage. Dat betekent dat u zich zult moeten leren beperken tot waar u echt een topper bent. Internet maakt iedereen dus ook u tot verkoper die zijn waarde moet laten zien. Dat wil zeggen: een goed aanbod in de ogen van de student. Inzicht in de eigen ‘negens’ (talenten) en het vermogen activiteiten los te laten waarin u geen topperformer bent, wordt daarmee een persoonlijke strategische competentie van u als docent en van het management. Dat vraagt groot leiderschap.

Veel mensen, docenten niet uitgezonderd, ontlenen hun veiligheid aan wie hun baas is, of wat hun plek in de organisatie is. Dat zal veranderen. Via internet en andere moderne media kan iedereen met iedereen communiceren. Uw prestaties als docent of manager liggen dus op straat. Uw veiligheid hangt straks dus af van wat u presteert, niet van uw plek in de organisatie. Dat is even wennen, maar schept mogelijkheden voor wie echt iets te bieden heeft. Prestatiebeloning als lonkend perspectief….

Het goede nieuws is dat internet u het perspectief biedt op een ‘maatwerk-leven’ als docent met maatwerk onderwijs voor studenten die voor u gekozen hebben. Geen ‘hard gecodeerde’ gebaande paden van de lesroosters zoals nu, maar uw eigen creatie in verbinding met wie u bent. Ú creëert uw eigen perspectief – dus niet uw baas of de minister – als ‘rentmeester’ van uw eigen talenten. Het slechte nieuws is dat u dan wel iets te bieden moet hebben. U dient inzicht in uw eigen aanbod en talent te hebben en daar met focus op te acteren. Internet veroorzaakt daarmee een beweging waarin onderwijsinstellingen geen vakken/competenties meer vermelden, maar waarin de student definieert wat hij of zij wil leren. Via trefwoorden kunnen studenten de bestaande vakken/competenties erbij zoeken, dan wel als maatwerk bestellen. Ook studenten moeten dus goed nadenken over wat ze willen en waar hun passie en talent zit. Als ze dat niet weten, hebben ze een probleem. Of, een ander scenario, krijgen we een onderscheid in studenten die de vaste productiestraat kiezen (een lesprogramma volgens een vast rooster) en studenten die de regie in eigen hand nemen en in zelf gevormde groepen hun onderwijs organiseren? Wordt dit het verschil in kwaliteit van de instellingen voor hoger onderwijs?

 

Internet vergroot alles uit
Hoe gaan onderwijsinstellingen er in deze situatie uitzien? Is er nog plaats voor overhead gedreven bureaucratische instellingen? Dit type organisatie hoort bij stabiele specialistische en overzichtelijke ‘productiestraten’. Maar de markt is niet stabiel. Studenten en het beroepenveld veranderen. Snelheid, flexibiliteit en nieuwe samenwerkingsvormen vormen de trend. Dat betekent voor onderwijsorganisaties dat zij flexibel in kleine resultaat gerichte teams met de beste docenten in steeds wisselende samenwerkingsvormen op de vraag van de student, de markt moeten reageren, willen zij de goede student als klant kunnen behouden.

Wat voor u als docent geldt, geldt straks voor alle professionals. De vergelijkbaarheid wordt groter en zal belangrijk zijn om in netwerken van peers te opereren om de eigen sterke punten met die van anderen aan te vullen, om zo een sterk aanbod naar de snel veranderende markt in stand te kunnen houden. De les: focus op uw talenten en zorg dat u bekend bent bij anderen. Doe dat door concreet resultaat te leveren met uw onderwijs en door uw ‘markt’ op orde te brengen. Internet dwingt docenten, studenten en instellingen in toenemende mate vorm te geven aan hun eigen keuzes. Internet vergroot alles uit.

In deze wereld is er geen ruimte voor onnodige bureaucratische complexiteit, en geldverslindend gebrek aan samenwerking die de instelling onmiddellijk uit de markt prijst. Het talent om talent te zien, het vermogen projectleider van je eigen carrière te durven zijn, en het vermogen om samen met anderen doelgericht te werken zijn – meer nog dan nu – kerncompetenties voor het onderwijsveld en voor de professionals die wij opleiden.

En binnen welke termijn zullen we deze ontwikkelingen aan den lijve ervaren? Vijf jaar, drie jaar? Al met al een formidabele politieke, onderwijskundige en, vergist u zich niet, een persoonlijke uitdaging!

 

Bron: Internet creëert een eigen perspectief, Onderwijs Innovatief, 2005

 

 


[1] Een eerder versie van dit artikel verscheen in het Tijdschrift voor Onderwijsinnovatie, juni 2005

Leave a Reply